Plotter of Pantser
Afgelopen week heb ik de beslissing genomen om weer stappen
te zetten met mijn thriller-project. Iets met een storm van epische omvang, een
Chinees restaurant en verdwijnende mensen. De vage lijnen zweven al lange tijd
door mijn hoofd en een aantal scenes staan al op papier. Echt veel schot zit er nog niet in. Dat komt omdat ik een pantser
ben. Een wat? Een pantser. Een term
die ik afgelopen jaar heb meekregen op de schrijversacademie. In de wereld van
het schrijven worden de schrijvers grofweg in twee groepen verdeeld. Je bent
een plotter of je bent een pantser. Bij een plotter hoef ik denk ik
niet veel uit te leggen. Dat is iemand die tot in de punt nauwkeurig zijn
verhaal uitstippelt voor hij aan het schrijven slaat. Hij plot het plot. Een pantser is iemand die zijn luie broek
(pants in het Engels, ergo pantser) aantrekt, gaat
zitten en zichzelf laat verrassen door wat er komen gaat.
Leuk om te weten,
maar nu?
Voor mijzelf was ik er al heel snel uit. Ik ga zitten en er rolt een verhaal uit. Gemiddeld zo’n vijftienhonderd tot tweeduizend woorden lang en al schrijvend vormt het zichzelf. Kortom een pantser dus. Korte verhalen lenen zich hier uitstekend voor. Een
ochtendje in huispak en voilà er is een nieuwe pannenlap.
Daarna gaat ‘ie nog even door de was, wordt ‘ie gestreken en dan mag hij schoon
de kast in. Een manier van werken waar ik me vrij en blij bij voel.
Tot ik met
het onzalige idee kwam om een complete thriller te schrijven. Zoals boven
aangegeven, het idee is er. Dus ik trek mijn meest relaxte broek aan, plof neer
op mijn bureaustoel (lees tuinstoel, die heerlijk in ligstand uitgeklapt kan
worden) en type een end weg. Gewend aan de lengte van mijn pannenlapjes had ik
uitgerekend dat ik ongeveer dertig hoofdstukken nodig heb voor een vol boek van
ongeveer zestigduizend woorden. Het eerste hoofdstuk vliegt mijn pen uit.
Tijdens het schrijven pas ik hier en daar wat dingetjes aan, schrap wat, voeg
wat toe, herlees nog een keer en wow... De eerste draft van het eerste
hoofdstuk is af. Ik ben een gelukkig en tevreden mens. Tot ik de woorden-telling
onderaan de pagina bekeek. Zevenhonderdachtentachtig woorden. Wat? Dat meen je
niet serieus!
Een scene is nog geen
hoofdstuk
Het verschil tussen een kortverhaal en een complete roman is
dat er veel meer tijd en ruimte is om het verhaal neer te zetten. Daar waar ik
normaal gesproken niet hoef na te denken over karakterontwikkeling,
hoofdplot/subplot en het neerzetten van de omgeving in een enkel woord, heb ik
nu ineens een zee aan witte pagina’s die gevuld mogen. Kort en bondig is leuk,
maar daarmee krijg ik niet een heel boek vol. Een scene is nog geen hoofdstuk
heb ik ondervonden.
Een paar hoofdstukken lukt zo uit het blote hoofd nog wel, maar
uiteindelijk loop ik toch vast. Dat wordt dus een plot uitschrijven.
Hoe moeilijk kan het
zijn?
Tijdens de lessen op de schrijversacademie werd voldoende
tijd gestoken in het plotten. Ook ik, als hopeloze pantser, moest eraan
geloven. Wie, wat, waar en hoe? Schrijf een synopsis en plan je route. In mijn
dagelijkse werk plan ik me helemaal suf, dus hoe moeilijk kan het zijn?
Niet
dus. Binnen no time stond alles in de
steigers. Een tijdslijn vers op mijn bureau, de scenes uitgestippeld en mijn laptop
op een nieuw bestand. Wat was ik trots op mijzelf. Zie je wel? Ik ben een
natuurtalent. Ik kan het allebei: uit de losse pols schrijven én een ster in
uitstippelen. Thee, koekjes en een warme deken in de aanslag. Pauzetijd bepalen
en gaan.
Waar naartoe?
Dat “gaan” ging toch even anders dan gedacht. Een zin op
papier, nog een zin op papier, nog een en twee er weer af. Ik wil schrijven,
mijn pen de vrijheid geven. Vijftienhonderd woorden, daar draai ik mijn hand
niet voor om. Waarom wil het nu dan niet? Mijn hersens kraken. Het verhaal staat
uitgetekend. Ik hoef het alleen nog maar te schrijven.
Mijn gevoel zegt anders. Het verhaal staat in grote lijnen
vast. Waarom zou ik het dan nog uitwerken? Zo is er niets meer aan. Als alles
al bepaald is heb ik mijn fantasie niet meer nodig en zonder fantasie vind ik
het saai. Ik draaide in cirkeltjes, bleef hangen in de eerste scenes en heb de
laptop uiteindelijk maar dichtgeklapt.
Linksom of rechtsom
Terug naar de korte verhalen, blogs en recensies. Dingen
waar ik wel over na moet denken, maar die ik niet tot op de punt nauwkeurig hoef
uit te kauwen voor ik aan de slag ga. Een losse aantekening hier en daar is
voldoende. Happy go lucky in mijn
veilige sloeberbroek.
Maar toen ging ik op mijn werk een coaching-traject volgen,
om mijn communicatievaardigheden te verbeteren. Met mijn coach heb ik vele uren
gespard over alledaagse dingen. Ook de filosofische kanten kwamen aan bod. Waar
we het over hadden? Dat weet ik niet meer, maar opeens was daar die openbaring.
Het besef dat, wanneer je een bepaalde richting opgaat, het je vrij staat om op elk
gewenst moment een andere bocht in te slaan.
Elke stap die je zet verandert je als mens. Je krijgt meer
ervaring en daarmee kijk je anders naar je keuzes en dus ook anders naar je uiteindelijke
doel. Moet je met de nieuw opgedane kennis en inzicht vasthouden aan
een oud vastgesteld doel? Of pas je je
doel aan en sla je een keer linksaf in plaats van rechtsaf?
Uiteindelijk ben ik degene die de stip op de horizon heeft gezet en bepaal ik dus of hij daar blijft staan. Of ik de boot er naartoe pak, het vliegtuig, misschien wel een stuk lopend wil afleggen of een Hoverboard aanschaf, dat bedenk ik onderweg wel. Als je die stip maar volgt dan kom je er wel, linksom of rechtsom. Of je nu een
plotter bent of een pantser.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten