Social Media oerwoud
Naast mijn blog ben ik ook veel in het social media-oerwoud te vinden. Facebook, Twitter en sinds kort
Instagram. Van die eerste twee is me redelijk duidelijk hoe het werkt en
waarom. Instagram is nog een mysterie voor mij. Foto’s en filmpjes delen met
een tekst en wat hashtags lijkt hetzelfde als wat er op Facebook gebeurt, maar
dan blijkbaar anders. De tijd zal het me leren. Snapchat schijnt onder de jeugd
– pfff ik voel me ineens heel oud als ik dat zo opschrijf – heel populair te
zijn, vooral omdat daar (bijna) geen ouders/ouderen te vinden zijn. Wie weet
verdiep ik me daar ook nog eens in, maar voor nu hou ik het bij wat ik al heb.
Ik heb een boterham
met pindakaas gegeten
Waar ik in het begin via Facebook mezelf schaarde onder de “boterham
met pindakaas-eters” (#lekker #mijnmoederzegtdathetgoedvoormeis) probeer ik
mijn content aan te passen aan mijn
schrijversleven. Wat post ik wel en wat niet? Voor mijn volgers is het niet zo
interessant om elke seconde van de dag te kunnen zien wat ik eet en drink. Dat
lukt me niet altijd, want als ik bij Koffie
& Zo in Delft weer een heerlijk taartje met thee heb genuttigd of bij Enfesso te Zoetermeer
een heerlijke Turkse tapas-schotel heb verorberd, dan kan ik niet anders dan ze
even te noemen. Waarom? Omdat ik iedereen zulke lekkernijen toewens en de
mensen die daar werken zo ontzettend bevlogen zijn. Annie’s in Leiden overigens ook, omdat ik daar
vaak mijn recensies en blogs schrijf. Ze hebben er daar de perfecte ambiance voor en aangezien
ik daar dan aan het werk ben is dat meteen een excuus om erover te tweeten.
Los en vast
Toch kan mijn social
media-gebruik efficiënter en beter. Nu post ik nog veel dingen die los en
vast zitten. In mijn vorige
blog schreef ik over mijn persoonlijke visie. Aan de hand van die visie maak
ik mijn keuzes. Dat wil ik uiteraard ook laten doorklinken in wat ik online
zet. Een aantal leefregels is ook niet verkeerd. Wat zeg ik wel en wat zeg ik
niet? Voor mijn dagelijkse communicatie gebruik ik een klein kaartje waarop Think staat als focuspunt:
T =
is it true?
H =
is it helpful?
I =
is it inspiring?
N =
is it necessary?
K =
is it kind?
Toetsen
Nu ben ik ook maar een mens en lukt het me niet altijd om
even vriendelijk en inspirerend te zijn, om maar niet te spreken over nodig
zijn en behulpzaam. Eerlijk lukt me al aardig, misschien soms wel iets té
eerlijk, wat niet altijd handig is. Geen carrière als meesteroplichter dus. De Think regels ga ik nu ook online
gebruiken. Elk bericht dat ik schrijf zal ik toetsen aan deze vijf punten.
Daarnaast zal ik ook moeten bepalen wat ik wil delen. In
ieder geval moet het te maken hebben met boeken, schrijven, schrijvers en alles
wat daarbij komt kijken. Dat is vrij uitgebreid en zou dus genoeg input moeten leveren. Nu wil ik mijn
volgers ook niet gaan spammen. Een social media plan is dan ook geen
overbodige luxe. Hoe vaak wil ik iets online zetten en via welk medium.
Onlineleven
Als ik dit zo teruglees is het een aardige klus om mijn
onlineleven op orde te krijgen. Gelukkig hoeft het, net zoals een eerste versie
van een manuscript, niet direct perfect te zijn. Al doende zal ik mijn
berichten en onlineaanwezigheid gaan aanpassen naar hoe ik het wil hebben. Mijn
eigen smaakje erover heen gieten. Natuurlijk wil ik mijn volgers ook blij maken
en geboeid houden. Geboeid in de zin van nieuwsgierig, maar ook geboeid als in
vastketenen aan mijn blog, Twitter en Facebook. Dus naast het opstellen van mijn
onlineleefregels, zal ik ook gaan onderzoeken hoe ik mijn lezers blij kan
maken.
Hoe doen jullie dat?
Ik ken mezelf een beetje. Van iets heel simpels kan ik iets
heel ingewikkelds maken. Heb ik die richtlijnen voor mijn berichten eigenlijk
wel nodig of draaf ik er te ver in door? Voor de internetgoeroes onder ons: hoe
doen jullie dat? Heb je voor jezelf richtlijnen opgesteld voor je
blog/Twitter/Facebook? Welke zijn dat dan en welke vind je belangrijk? Laat het
weten in een reactie, ik leer graag van jullie.