donderdag 26 oktober 2017

Besmettelijk. Hoe geef jij het virus door?






Verslaving

Mijn moeder is schuldig aan mijn verslaving. Voorlezen deed ze graag en zo kreeg ik het leesvirus te pakken. Uren dwaalde ik rond in de verhalen. De ene wereld nog mooier dan de ander. Mijn zakgeld ging steevast op aan boeken én snoep, omdat je tijdens het lezen ook iets lekkers nodig hebt. Tegenwoordig heb ik het snoep overigens ingeruild voor thee en taartjes.
Wanneer mijn moeder ’s-avonds het licht uitdeed, na een laatste zoen en welterusten, greep ik direct onder mijn kussen een nieuw avontuur vast. Mijn hoofdeinde zat aan de kant van het raam, precies bij de lantaarnpaal. Voldoende licht om te kunnen lezen dus, rechtop achter mijn groenfluwelen gordijnen.  De nachten vlogen voorbij en de ochtenden kwamen altijd te vroeg.

Het kamertje tegenover het toilet

We hebben het dan over de tweede helft van de jaren zeventig en begin jaren tachtig. Mijn fantasie floreerde en vloeide over in mijn pen. Nog steeds heeft mijn moeder het over het korte verhaal dat ik schreef over Het kamertje tegenover het toilet. Mijn kamer dus. Een kamer tegenover de wc. Daar waar creativiteit en fantasie de scepter zwaaiden. Waar geen tijd was voor triviale dingen zoals opruimen. Waar mijn moeder met een polsstok over de rommel heen moest springen, om aan de andere kant te komen en waar je in elke hoek en elk gat struikelde over een boek.

Hooked on horror

In die periode ontwikkelde zich ook de wereld van televisie en video. Naast Nederland 1, 2 en 3 kwamen daar ineens vele andere zenders bij en een overdaad aan programma’s, films en documentaires. Mijn vader was een fervent aanhanger van films. Horror, Sci-Fi en actie, het spetterde van het scherm.
Wanneer mijn oma kwam logeren kreeg ze altijd mijn bed en moest ik op de bank slapen. Rond elf uur was daar dan de grote wisseltruc en werd ik van mijn bed naar de bank gedirigeerd. Mijn vader, ook een nachtmens (de appel valt niet ver van de boom), gooide er dan nog graag een videootje in. En zo zag ik dan, achter zijn armen verscholen, de spannendste films voorbijkomen. King Kong, Godzilla, de Excorsist, ik genoot met volle teugen. Mijn voorliefde voor al wat horror is werd geboren.

Wisseling van de wacht

De grote hoeveelheid films met vernieuwde speciale effecten slokten gretig mijn tijd op en al gauw vond de wisseling van de wacht plaats. Boeken verdwenen in de ene kast terwijl de films uit de andere spoten. De inkt in m’n pen droogde op net als de fantastische stroom verhalen in mijn brein, die ik nu met recht een grijze massa kon noemen. Vijfentwintig jaar heeft het geduurd voor ik wakker werd uit die nachtmerrie en ik mijn boekverslaving weer nieuw leven inblies. Het leesvirus tiert welig door mijn bloed.

Geef het virus door
Terugkijkend ben ik ervan overtuigd dat belangrijk is om op jonge leeftijd in aanraking te komen met boeken. Naast de invloed die het heeft op de ontwikkeling van taalgebruik en tekstbegrip, leert het je ook om in kleuren te denken. Het stimuleert fantasie en creativiteit. Een prettig neveneffect is dat het ook nog eens enorm leerzaam is.
En zoals Nelson Mandela zo duidelijk heeft verwoord: "Educatie is het krachtigste wapen dat je kunt gebruiken om de wereld te veranderen."

Ik ben ervan overtuigd dat iedereen van lezen kan houden. J.K. Rowling (Harry Potter red.) zegt het ook: "Wie niet van lezen houdt heeft het juiste boek nog niet gevonden."

Mijn missie is om eenieder met het leesvirus te besmetten door:
  • ·      kinderen op hun verjaardag een boek cadeau te doen dat bij hun karakter past;
  • ·      de boeken die ik gelezen heb door te geven aan vrienden en familie;
  • ·      als vrijwilliger mee te doen aan de kinderboeken parade bij het Kinderboeken museum.

Hoe geef jij het virus door? (laat het weten in de reacties hieronder)




vrijdag 20 oktober 2017

Te laat! Mijn vis is ziek.

Te laat!

Daar was het me al vijf weken gelukt. Stipt op donderdag mijn blog online. En in week zes ging het dus mis. “Te laat!” beet ik mezelf toe en direct moest ik denken aan die reclame van Malibu rum, waar de buschauffeur 43 seconden te laat is.
Een hele discussie volgt tussen de wachtende dame, de chauffeur en de passagiers.
“Jij bent 43 seconden te laat en omdat jij te laat bent, kom ik te laat.” exclameert de dame.
“Niet volgens mijn horloge” verdedigt de chauffeur.
“Schiet op, mijn vis is ziek.” houdt een passagier zijn vis omhoog.

Vaarwel lezers

In gedachten zag ik het aantal lezers van mijn blog kelderen tot een dieptepunt. Want alle websites, doe-het-zelfboeken en workshops die ik over bloggen voorbij heb zien komen, hameren op het consequent leveren van content. Als beginnend blogger heb je sowieso nog niet veel vaste lezers (Blog: Harde Kern) dus dan helpt het zeker niet om al binnen zes weken zo respectloos om te gaan met je pril verworven publiek.

Stress

Donderdag beleefde ik vol stress met als hoogtepunt van de dag een bezoek aan mijn tandarts – niet mijn favoriete bezigheid – die het ook nog eens leuk vond om met een middeleeuws martelapparaat in mijn tandvlees te gaan zitten peuren, op zoek naar ontstoken pockets zoals ze dat in mooi Engels noemen. Mijn hersenen draaiden overuren, op zoek naar een gaatje om toch nog te kunnen posten. Een snel stukje misschien? Of even heel kort door de bocht gewoonweg een paar scenes uit mijn aankomende thriller online zetten en dan mijn lezerspubliek wijsmaken dat zij, heel bijzonder, als eerste een sneakpreview krijgen?

Planning en discipline vs. werkelijkheid

Ik krabde achter mijn oor en ging op zoek naar de oorzaak van deze grote faalactie. De planning was er wel en de discipline was er ook, in mijn hoofd dan. In de praktijk echter liet mijn gezondheid het afweten alsook de inspiratie voor een nieuw onderwerp. Direct was ik ervan overtuigd dat ik niet deugde als blogger, wat zeg ik als schrijver. Ik kon er maar beter mee ophouden nog voor ik eeuwige roem had vergaard, dan was de weg naar beneden ook niet zo ver en zou men mij gauw weer vergeten. 
Heerlijk hè? Zo’n gedachtestroom. Aan de ene kant mezelf mislukt vinden en aan de andere kant relativeren door te zeggen dat het maar goed is dat het gebeurt vóór ik een BN’er ben. Tegenstrijdig? Ja. Ik legde me erbij neer dat het deze week niet gelukt is en dat er volgende week een nieuwe ronde met nieuwe kansen komt.

Seriously easy going

De donderdag ging voorbij, de vrijdag meldde zich aan en op de achtergrond bleef de Malibu reclame zeuren. “Hurry up! my fish is sick.” manifesteerde zich als de mantra van de dag. Om gek van te worden. En hier dacht ik dat mantra’s juist bedoeld zijn als rustgevend iets. Dan maar de confrontatie aangaan en er klaar mee zijn. YouTube heeft vast nog wel ergens die reclame rondslingeren. 
De clip was snel gevonden. Tweeënveertig seconden geeft het filmpje aan. Een kleine investering voor zoiets groots als rust in mijn hoofd.
Ik kan je vertellen dat het tweeënveertig welbestede seconden zijn geweest. Van de zieke vis tot aan verkeersagressie flitsten voorbij en toen kwamen daar die verlossende woorden: “Als we het leven zo serieus namen als dit, dan hadden we nooit Malibu uitgevonden.” 
Het is goed om consequent te blijven publiceren als blogger, het liefst ook op gezette tijden, maar lukt het niet dan is de wereld nog niet vergaan. Het leven is te mooi om gestrest te raken. Zoals Malibu ook netjes afsluit:

“It’s seriously easy going.”




donderdag 12 oktober 2017

Geef het beestje een naampje. (Dress for the part)

Wanneer ben je een schrijver
Wanneer ben je een schrijver? Die vraag stelde ik mijzelf regelmatig. Ik schrijf vaak en veel. 
Blogs, recensies, korte verhalen en een thriller, maar een contract bij een uitgever lijkt nog mijlenver. Mag ik mijzelf dan wel schrijver noemen? De een zegt dat je pas een schrijver bent wanneer je gepubliceerd wordt. De ander zegt als je een pen op papier zet dan ben je er al. 
Wat is leidend en wat is wijsheid?

Ontkenningsfase
In eerste instantie probeerde ik die vraag zoveel mogelijk te negeren. Ik ben niet bekend in schrijversland en stel verder nog niet zoveel voor, dus waarom zou ik mezelf daar mee bezighouden? Toch bleef het aan mij knagen. Want wat wil ik? Wil ik een fulltime bestsellerauteur worden? Of een succesvolle blogger die met haar website een inkomen genereerd? Of wil ik gewoon schrijven en zie ik wel wat er gebeurt? Elke keer wist ik het knagende gevoel te stillen door mijn focus op mijn dagelijkse werk te richten en vooral mijn hoofd diep in het zand te steken. Veel thee en taart hielp overigens ook goed om mijn gedachten te verzetten.

360 graden feedback
Tijdens een voortgangsgesprek met mijn leidinggevende kwam het idee op om een 360 graden feedback-sessie te doen. Hierbij geven collega’s vrienden en/of familie anoniem feedback over mijn talenten, pluspunten en ontwikkelpunten. Een spannende aangelegenheid, want wat denkt iemand anders over mij en komt dit overeen met hoe ik mezelf zie. Na twee weken slapeloze nachten (tja, je moet ze natuurlijk wel even de tijd gunnen om zo’n lange vragenlijst voor je in te vullen) kwam er tot mijn grote opluchting een rapport uitrollen met weinig verrassingen. Het was een bevestiging dat ik voor mijzelf op de goede weg zit.

Dress for the part
Een opmerking uit het rapport bleef wel hangen en dat was mijn kledingkeuze. Ik hou mij over het algemeen niet zo bezig met de laatste mode, de nieuwste make-up kleurtjes en luchtjes. Mijn motto is: als het lekker zit en ik hoef het niet te strijken dan is het goed. Uiteraard moet het wel netjes zijn en ga ik niet in een te kleine tijgerlegging met een te strakke crop-top de deur uit. Ik ben geen rollade van lichte zeden.
De opmerking leidde tot een goede discussie met mijn manager. In de ambitieuze zakenwereld is image heel belangrijk. Kennis en kunde brengen je tot een bepaald punt, maar wanneer je daaraan voorbij wilt streven dan kijkt men toch naar uiterlijk. Degene die zich kleed naar de rol krijgt voorrang boven de persoon die zich kleed voor gemak. Mijn nieuwe motto werd geboren: Dress for the part.

Geef het beestje een naampje
Met mijn nieuwe motto in mijn achterhoofd ben ik aan de slag gegaan. Ik transformeerde mijn slaapkamer in een echte schrijversruimte. Een nieuw bureau, een nieuwe boekenkast, een klassieke typemachine (ja ja ze bestaan nog steeds), stapels notitieboeken en een gegraveerde ballpoint om mijn eerste thriller mee te signeren.
Ik loop nog steeds rond in mijn zit-het-lekker-en-hoef-ik-het-niet-te-strijken-kleding maar mijn schrijfkamer is gekleed voor de functie. Het enige dat nog ontbreekt is een naam/functiebordje op de deur.

Mijn hart zegt schrijver, dus ik ben schrijver.

Schrijven is een hele Showbusiness

There’s no business like show business Wat zou het heerlijk zijn om alleen maar met schrijven bezig te zijn. Om gewoon aan mijn bureau ...